Leeftijdsfasen

Het Waldorfonderwijs onderscheidt drie ontwikkelingsfasen van een kind, namelijk:

  • Eerste fase: de fysieke ontwikkeling (nul tot zeven jaar). Een kind verkent zijn eigen lichaam door doen, bewegen en handelen. Hierbij bootst het kind andere kinderen en volwassenen na. In de kleuterklassen staat deze fase centraal: de wereld is goed.
  • Tweede fase: de ontwikkeling van het gevoelsleven en de wereld verkennen (zeven tot veertien jaar). In deze fase vormt een kind zijn bewustzijn. Het krijgt een innerlijk voorstellingsvermogen. In de klassen 1 tot en met 6 staan de kenmerken van deze fase centraal: de wereld is mooi.
  • Derde fase: de ontwikkeling van een onbevooroordeeld denk- en oordeelsvermogen (veertien tot eenentwintig jaar). In deze fase ontwikkelt het kind (de puber) zijn denken, voelen en willen tot een eigen denken, een eigen voelen en eigen vaardigheden. Het grootste deel van het vervolgonderwijs staat in deze fase centraal: de wereld is waar. Het is in Nijmegen mogelijk om door te stromen naar het voortgezet Waldorf-(vrijeschool)onderwijs op het Karel de Grote College.

Het Waldorfonderwijs onderscheidt binnen deze drie fasen ook weer verschillende ontwikkelingsstadia. Wil je hier meer over weten? Lees dan het artikel ‘Leeftijdsfasen’ van de Vereniging van Vrijescholen.